De opkomst van de fotografie zorgde voor een nieuwe beeldtaal. Nauwe kaders, onscherpe bewegende mensen en veel contrast. George Hendrik Breitner was een ‘early-adopter’ en gebruikte fotografie bij het maken van zijn schilderijen.
In 1883 schreef George Breitner aan Herman van der Weele: „Wees zoo goed en zend met teekening en uitleg hoe ik een camera kan maken, zooals ik toen bij jou gezien heb.” Van der Weele was een welgestelde kunstliefhebber, die regelmatig werk van Breitner kocht. Als amateurfotograaf maakte hij ook Breitner enthousiast voor de fotografie. Vijfentwintig jaar lang zou Breitner blijven fotograferen.



Amsterdam
George Hendrik Breitner maakte de meeste foto’s op straat. Hij hield ervan om met zijn camera tussen de passanten te lopen. Het leverde dynamische foto’s op, die vaak niet helemaal scherp waren. We zien pratende mensen, spelende kinderen en trekpaarden. Breitner maakte geen statische composities zoals zijn tijdgenoten, maar fotografeerde direct het leven van de stad.
Breitner’s beroemde schilderij van de Singelbrug (boven dit artikel) lijkt direct op een foto geïnspireerd. Een vrouw komt recht op ons afgelopen. Als Breitner in de openlucht geschilderd zou hebben, zou de vrouw enorm dicht op de schildersezel moeten staan. Het schilderij lijkt niet helemaal in focus is. Hij brengt zo de illusie van beweging over op het doek.

Paarden
Paarden spelen vaak een hoofdrol in de schilderijen van Breitner. Hij gebruikte fotografie om hun beweging in beeld te brengen. Breitner was minder systematisch dan bijvoorbeeld Eadward Muybridge, maar probeerde in zijn foto’s ook beweging en lichtval te begrijpen.
Al als beginnend kunstenaar was Breitner gefascineerd door paarden. Hij bestudeerde de militaire oefeningen in de duinen buiten Den Haag. Het schilderij “Gele ruiters in de duinen” kreeg goede kritieken en betekende Breitner’s doorbraak. Ook dit schilderij heeft iets fotografisch. De schaduwen, stofwolken en het perspectief zorgen voor een werk vol beweging.




Breitner als modernist
De onscherper beelden en de nauwe kaders die Breitner koos voor zijn werken, ontstonden dankzij de fotografie. Geen kunstenaar was anders op het idee gekomen om dit soort composities te schilderen. De nieuwe stijl paste perfect bij de moderniteit van het stadsleven, dat steeds sneller werd.
Na Breitner’s dood in 1923 bleek hoeveel Breitner fotografie gebruikt had bij het voorbereiden van zijn schilderijen. Kunstcritici waren geschokt. Kunstcriticus Albert Plasschaert schreef dat het gebruik van fotografie ‘gevaarlijk’ was. Toch was fotografie ondertussen een veelgebruikt hulpmiddel in schildersateliers. Waar Breitner in 1886 nog echt pionierde, waren foto’s nu op grote schaal beschikbaar.

Meer uit de Canon van de Nederlandse Kunst:
Vincent van Gogh: Een leven tussen licht en donker
Thérèse Schwartze: Societyschilder van de Koningin
Sir Lawrence Alma Tadema: Van Friesland naar Hollywood
de Gebroeders Maris: Schilderen tussen de koeien
Johan Barthold Jongkind: Impressionisme aan de Franse kust
Barend Cornelis Koekkoek: Romantiek in de Polder
Jan Willem Pieneman: de geschiedenis van Nederland op doek
Henriëtta van Pee: Geliefden voor in de broekzak
Jan-Baptist Xavery: Beeldhouwer aan het Hof
Sara en Cornelis Troost: Toneel op het doek
The post George Hendrik Breitner: De Moderne Stad in Beeld appeared first on KunstVensters.