David Hockney gelooft dat kunstenaars al eeuwenlang lenzen en spiegels gebruiken. Zijn controversiële theorieën over het belang van optische hulpmiddelen in de kunstgeschiedenis vormen de basis voor een Hockney expositie in het Teylers Museum.
Het Teylers Museum is sinds jaar en dag het museum waar kunst en wetenschap samenkomen. Een bezoek begint daarom steevast bij de uitgebreide collectie 18e eeuwse wetenschappelijke instrumenten. Een tentoonstelling over hoe optische hulpmiddelen al voor de uitvinding van de fotografie door kunstenaars gebruikt werden, past daarom nergens beter dan in het Teylers Museum.

Optische hulpmiddelen
De Engelse hedendaagse kunstenaar David Hockney is de gids door de wirwar aan ouderwetse optica. Zijn controversiële boek “A History of Pictures” waarin hij samen met Martin Gayford laat zien hoe kunstenaars als Vermeer, Ingres en Canaletto gebruik maakten van hulpmiddelen vormt de basis voor de tentoonstelling.
Hockney ziet in veel schilderijen bewijs voor het gebruik van de Camera Lucida, waarin kunstenaars via een spiegelsysteem tegelijk hun doek als het geportretteerde kunnen zien. Hij experimenteerde zelf met de technieken in serie portretten van beveiligers. Het werk hangt in Haarlem naast een tekening van Ingres.

Teylers Museum
De Camera Obscura (eerder door ons besproken in een artikel over Johannes Vermeer) is volgens Hockney gebruikt door Canaletto, bij zijn schilderijen van het San Marco Plein. Helaas zijn deze werken niet te zien in het Teylers Museum.
Daar zit meteen de crux van de tentoonstelling. Het Teylers Museum toont een uitgeklede versie van de tentoonstelling die eerder in het Fitzwilliam Museum in Cambridge te zien is geweest. In de Engelstalige catalogus is te zien hoe mooi die expositie is geweest, met werk van Canaletto, Brueghel, Hobbema, Pissaro en Monet. In Cambridge was ook een echte camera obscura te zien. Maar niets daarvan komt terug in Haarlem, waar de leemtes worden opgevuld met tekeningen en prenten.


David Hockney
Misschien dat na geweldige tentoonstellingen in het Van Gogh Museum en BOZAR enige David Hockney moeheid begint op te treden, maar de huidige Hockney expositie in het Teylers Museum voelt als een slap aftreksel. De iPad-schilderijen, films van de natuur en Yorkshire en samengestelde portretten hebben we recent al zoveel mooier en uitgebreider gezien.
Enig hoogtepunt is de aardige combinatie van de annunciatie van Domenico Veneziano en David Hockney. Een mooi voorbeeld van klassieke lijnperspectief en een moderner multi-perspectief bij Hockney. Maar de rest van de tentoonstelling mist teveel werken van kwaliteit. Wie meer wil leren over Hockney’s theorieën over perspectief en optische hulpmiddelen kan daarom beter zijn boek kopen.

Meer recente tentoonstellingen:
Neo Rauch: Tijdloos en toch actueel
Gevangen in het labyrinth van Anne Imhof
Waar vond Gustav Klimt zijn inspiratie?
De Schaduwkant van het Futurisme
Ragnar Kjartansson hypnotiseert met muziek
Op ontdekkingsreis in het Dordrechts Museum
Expressionisten weer thuis in Museum Folkwang!
Bij Antony Gormley beleef je de omgeving
Mallorca door de ogen van Leo Gestel
The post David Hockney expositie in het Teylers Museum mist kwaliteit appeared first on KunstVensters.