Laure en Joseph werkten in de 19 eeuw als model in Parijs. Ze staan op beroemde schilderijen, maar toch weten we vrijwel niets over hun levens. Wie waren ze? En wat zegt hun leven over de positie van zwarte modellen in Parijs?
“La Négresse” (de negerin), anoniemer kan het bijna niet, is de titel van een portret dat Edouard Manet maakte in 1862. Het schilderij toont Laure, een zwarte vrouw die in Rue de Vintimille 11 woonde, vlakbij Manet’s atelier in de Rue de Saint-Petersbourg. In de wijk waren veel zwarte bedienden en conciërges aan het werk, na de afschaffing van de slavernij in Frankrijk.


Olympia
Laure poseerde ook voor Manet’s Olympia. Het doekt toont een naakte sekswerker en veroorzaakte een schandaal op de salon. Op de achtergrond zien we Laure, als bediende met een bos bloemen in haar hand. Het was een modern tafereel, symbool voor de de veranderende bevolkingssamenstelling. In Parijs waren sinds kort immers veel zwarte arbeidsmigranten aan het werk.
Manet bezocht op jonge leeftijd in slavenmarkt in Brazilië, waar de vrouwen half naakt verhandeld werden. Hij vond het een vreselijke ervaring. Laure wordt op het schilderij daarom niet overdreven ‘exotisch’ afgebeeld. Juist door Laure keurig aangekleed en goed verzorgd te schilderen, benadrukt Manet haar status als onafhankelijke vrouw. Juist de witte sekswerker was onbetamelijk en zorgde voor controverse.
Latere kunstenaars gaan nog een stap verder. In 1913 schilderde de Zwitserse kunstenaar Félix Vallotton ‘La Blanche et La Noire’ als reactie op Manet’s Olympia. Beide vrouwen zitten nu op de voorgrond, waardoor relatie tussen de twee vrouwen nog dubbelzinniger wordt. Romare Bearden probeert juist in een Matisse-achtige stijl meer de omgeving van de zwarte vrouw te laten zien. Hij verwijst zo naar haar cultuur en achtergrond.



Laure
In zijn notitieboekjes beschrijft Manet Laure als een “zeer mooie zwarte vrouw”. Het is waarschijnlijk dankzij zijn tussenkomst, dat Laure ook voor andere kunstenaars gaat poseren. Jacques Eugène Feyen schildert haar als kinderoppas. Haar blik verraadt dat ze meer met de kinderen heeft dan de moeder zelf.
In de zomer van 1870 poseerde ze ook voor Frederic Bazille. Het tafereel doet denken aan de Olympia, waar ze ook met een hoofddoek en bloemen staat afgebeeld. Op de twee schilderijen is Laure geschilderd als bloemist met pioenrozen. De werken zijn een combinatie van een portret en een bloemstilleven.



Zwarte modellen
Théodore Géricault schilderde een spectaculair schilderij over de scheepsramp met Méduse. De kapitein liet zijn bemanning achter op een groot vlot en ging er zelf vandoor op een reddingssloep. Volgens het verhaal was hier ook een zwarte man bij aanwezig. Dus ging Géricault op zoek naar zwarte modellen.
Hij vond de zwarte acrobaat Joseph bereid om voor hem te poseren. Na de afschaffing van de slavernij in Haïti was Joseph naar Frankrijk verhuisd, waar hij werd ingehuurd als acrobaat en acteur. Hij stond model voor de drie zwarte mannen op het doek van Géricault.

Joseph
Na het doek van Géricault, bleef Joseph als model werken. Hij kreeg een aanstelling als één van de drie mannelijke modellen op de École des Beaux Arts in 1832. De Figaro schreef over hem in 1858: “Er is geen enkele schilder of beeldhouwer in Frankrijk die Joseph de neger niet kent, het mooiste model uit de ateliers van Parijs.”
Joseph wordt vooral als primitieve zwarte man geschilderd. In het doek van Adolphe Brune is hij halfnaakt tussen exotische vruchten. Op een olieverfschets van Théodore Chassériau wordt hij zelfs verkocht door zijn “broers”. De schilderijen van zwarte modellen laten zien dat ook na de afschaffing van de slavernij, het denken over raciale verschillen nog erg discriminerend was.



Dit is het tweede artikel in reeks over de sporen van kolonialisme in de kunstwereld, in het teken van het themajaar afschaffing van de slavernij. Meer artikelen volgen in de loop van 2023.
The post Wie waren de zwarte modellen Laure en Joseph? appeared first on KunstVensters.