M.C. Escher ontwierp wonderbaarlijke patronen vol vissen, vogels en andere wezens. Hij haalde zijn inspiratie uit buitenlandse reizen. Hoe kwamen Islamitische motieven en Italiaanse palazzo’s terecht in zijn prenten?
In 1936 bracht M.C. Escher een bezoek aan het Alhambra in Granada, Spanje. Het bleek de grootste inspiratiebron uit zijn loopbaan. In het Moorse paleis waren de muren en vloeren bekleed met Majolica (keramieken tegels) vol abstracte patronen. Iedere tegel liep in een ander tegel over, geen ruimte bleef leeg. Escher verzuchtte “Wat jammer dat de islam alleen abstracte motieven toeliet”.



Vlakvulling
Geïnspireerd door de Moorse patronen begon Escher zelf vlakvulling te ontwerpen. Het zijn repetitieve patronen waarin een object langzaam in een ander object verandert. In Dag en Nacht zien we dezelfde voorstelling gespiegeld in wit en zwart (dag en nacht). Landerijen veranderen in vogels, die op hun beurt weer veranderen in de lucht.
Volgens een interview uit 1965 tekende Escher de patronen heel associatief. Het was alsof hij in een staat van onderbewustzijn werkte, waarin vormen en schepsels vanzelf ontstonden. Er zitten dus geen geheime boodschappen in zijn werk.

Gezichtsbedrog
In de jaren 20 en 30 woonde Escher lange tijd in Italië. Maar het opkomende fascisme en de dreigende oorlog dwingen hem terug te keren naar Nederland. In de oorlog had hij een moeilijke tijd, waarin hij weigerde zich in te schrijven in de Duitse Kulturkammer. Hierdoor mocht hij niet exposeren en werkte hij nauwelijks.
Maar na de Tweede Wereldoorlog ontstond een nieuwe fase in zijn werk. Hij ontwierp gebouwen waarin hij speelt met perspectief en gezichtsbedrog creëert. De gebouwen doen denken aan Italiaanse palazzo’s, maar nu met eeuwige watervallen (zoals in de prent ‘Waterval) en trappen (zoals in ‘Relativiteit’).



Nalatenschap
De internationale doorbraak van Escher volgde toen tijdschriften LIFE en TIME in 1951 aandacht aan zijn werk besteedden. Halverwege de jaren 50 volgden grote tentoonstellingen in het Stedelijk Museum in Amsterdam en in Washington DC. Escher verkocht veel werk voor goede prijzen.
Vanaf halverwege de jaren 60 ging zijn gezondheid achteruit en maakt hij nog maar weinig nieuw werk. In 1972 overlijdt M.C. Escher in Hilversum. De populariteit van zijn werk blijft echter groot. In 2002 opent museum Escher in het Paleis dat helemaal gewijd is aan zijn werk.

Meer uit de Canon van de Nederlandse Kunst:
Carel Willink: Donkere luchten in een droomwereld
Nola Hatterman: Suriname in de spotlight
Piet Mondriaan: Religieuze zoektocht naar abstractie
Charley Toorop: Portret van het Leven
Jan Wiegers: Internationale allure voor de Ploeg
Jan Sluijters: Kleurrijke modernist altijd op zoek naar het nieuwe!
Rachel van Dantzig: Beeldige dieren in brons!
George Hendrik Breitner: De Moderne Stad in Beeld
Vincent van Gogh: Een leven tussen licht en donker
The post M.C. Escher: Oneindige onmogelijkheden appeared first on KunstVensters.