Vincent van Gogh startte zijn loopbaan op als boerenschilder met een donker palet. Maar in slechts tien jaar groeide hij uit tot kunstenaar van kleur en licht. Het bewogen leven van Gogh bracht hem van Nederland naar Zuid-Frankrijk. Gedreven door zijn liefde voor landschap en schilderkunst!
Vincent van Gogh maakte tussen 1881 en 1890 bijna 900 schilderijen. Een ongelooflijke productie. Sommige periodes maakte hij bijna iedere dag een schilderij. Van Gogh vond in zijn schilderkunst een uitlaatklep voor de moeilijke periodes in zijn geestelijke gesteldheid.




Kunst of Kerk?
Al vanaf jong was Vincent van Gogh geïnteresseerd in kunst. Hij tekende veel en werkte vanaf zijn 16e in de kunsthandel van zijn ‘Oom Cent’ (Vincent). Hij woonde in Brussel, Londen en Parijs en bezocht hier graag de grote musea. Toch leek een carrière in de kunsthandel weinig toekomstperspectief te bieden.
Van Gogh keerde daarom terug naar Nederland, maar kon zijn draai niet vinden. Na een mislukt staatsexamen, ging hij daarom aan de slag als lekenprediker in de Borinage. Hij hoopte in het werk als priester rust te vinden, na een onrustige periode waarin hij depressief was. In deze tijd begon Vincent van Gogh opnieuw te tekenen. Hij schreef zijn broer Theo “Ik kan je niet zeggen hoe gelukkig ik me voel dat ik het tekenen weer heb opgevat.”.




Boerenleven
Na kortstondige leerperiodes in Brussel en Den Haag, werkte Van Gogh vanaf 1883 in Nuenen. Hij maakte hier donkere schilderijen van het boerenbestaan. Karakterstudies op klein formaat leidden uiteindelijk tot Van Gogh’s eerste meesterwerk: de Aardappeleters. Van dit schilderij maakte hij twee versies, nu te zien in het Van Gogh Museum en het Kröller-Müller Museum.
Van Gogh schreef broer Theo: “Als ik zeg dat ik een boerenschilder ben, dat is werkelijk zoo […] ik voel mij thuis daar.” Hij zag de schilders van de Barbizon als zijn belangrijkste voorbeeld, maar werkte zelf met een donkerder palet. Hij hoopte werk te verkopen in Parijs, maar dat plan viel in het water.

Ontmoeting met Gauguin
In 1886 trok Van Gogh naar Parijs om bij zijn broer Theo te gaan wonen, die voor een kunsthandel werkte. De reis naar Parijs was beslissend voor de ontwikkeling van Van Gogh’s stijl. Hij leerde het werk van Monet en andere impressionisten kennen en volgde korte tijd lessen in het atelier van Fernand Cormon. De schilderijen van Van Gogh werden nu lichter van kleur. Ook maakte hij kennis met Henri Toulouse-Lautrec en Emile Bernard.
In november 1887 organiseerde Vincent van Gogh een expositie met zijn nieuwe schilderijen in het Grand Bouillon-Restaurant. Paul Gauguin bezocht de expositie en was onder de indruk van zijn werk. Er ontstond snel een hechte vriendschap, waarbij de kunstenaars samen werkten en werken ruilden.




Ontdekking van Kleur
Pas toen Van Gogh in 1888 naar het Zuid-Franse Arles verhuisde vond hij zijn definitieve stijl met felle tegengestelde kleuren. Het is ongelooflijk om te bedenken dat zijn meest beroemde schilderijen slechts binnen 2 jaar werden gemaakt: de sterrennacht, de zonnebloemen, het gele huis, de slaapkamer, de zaaier en een reeks zelfportretten. Van Gogh’s productie was nu hoger dan ooit.
Ook Gauguin kwam naar Arles om met Van Gogh te werken. Na initieel enthousiasme om samen te werken, ontstonden onenigheden. Van Gogh werkte graag naar de werkelijkheid, terwijl Gauguin de verbeelding belangrijker vond. Op 23 december 1888 loopt een ruzie hoog op. Na een heftige woordenwisseling sneed Van Gogh zijn linkeroor af. Gauguin vertrok daarop weer naar Parijs.



Laatste jaren
Na dit incident zou Van Gogh nooit meer helemaal herstellen. Hij werd tijdelijk opgenomen in een kliniek in Saint-Rémy. Ook binnen de muren van de kliniek schilderde hij veel, zoals de olijfgaarden en het landschap in de omgeving. Hoewel de natuur hem rust bracht, was de behandeling onvoldoende. Hij schreef zijn broer Theo: “Weer terug hier voelde ook ik me nog erg terneergeslagen en bleef de storm die jullie bedreigt, ook op mij drukken. Wat te doen?“
Op 27 juli 1890 werd het Vincent van Gogh teveel. Hij liep een korenveld in en schoot zichzelf met een pistool in de borst. Hij liet een oeuvre na van ruim 850 schilderijen. De enorme productie en stijlontwikkeling is indrukwekkend voor een kunstenaarscarrière die slechts 10 jaar duurde.

Meer artikelen uit de Canon van de Nederlandse Kunst:
Thérèse Schwartze: Societyschilder van de Koningin
Sir Lawrence Alma Tadema: Van Friesland naar Hollywood
de Gebroeders Maris: Schilderen tussen de koeien
Johan Barthold Jongkind: Impressionisme aan de Franse kust
Barend Cornelis Koekkoek: Romantiek in de Polder
Jan Willem Pieneman: de geschiedenis van Nederland op doek
Henriëtta van Pee: Geliefden voor in de broekzak
Jan-Baptist Xavery: Beeldhouwer aan het Hof
Sara en Cornelis Troost: Toneel op het doek
Rachel Ruysch: Je zegt het met bloemen!
The post Vincent van Gogh: Een leven tussen licht en donker appeared first on KunstVensters.